Werkgevers met een omzetverlies van minstens 20% kunnen vanaf 6 mei bij het UWV een aanvraag indienen voor nieuwe NOW-steun (vijfde aanvraagperiode NOW). Deze steun heeft betrekking op een periode van drie maanden, van april tot en met juni.
Tegemoetkoming NOW
De tegemoetkoming volgens de NOW vergoedt maximaal 85% van de loonkosten bij 100% omzetverlies. Bij minder omzetverlies wordt ook de tegemoetkoming evenredig afgebouwd.
Nieuwe aanvraagperiode
De nieuwe aanvraagperiode vanaf 6 mei loopt tot en met 30 juni. Na uw aanvraag krijgt u op basis van het geschatte omzetverlies een voorschot van 80%. Dit wordt in drie keer, verspreid over drie maanden, uitbetaald. Het eerste voorschot ontvangt u binnen 2 tot 4 weken na uw aanvraag.
Let op!
Stopt u uw onderneming in de aangevraagde periode, dan stopt het UWV de betaling.
Definitieve vaststelling
Vanaf 31 januari 2022 start de aanvraagperiode voor de definitieve vaststelling. De definitieve tegemoetkoming wordt op basis van het werkelijke omzetverlies vastgesteld. Heeft u te veel NOW ontvangen, dan moet u het te veel ontvangen bedrag terugbetalen.
Daling loonsom
Uw loonsom mag, net als bij de twee voorgaande tegemoetkomingen, met maximaal 10% dalen ten opzichte van juni 2020, zonder dat dit leidt tot een verlaging van de NOW. Bij een verdergaande daling volgt wel een vermindering.
Als u personeel inhuurt van een derde, kunt u aansprakelijk gesteld worden voor de premies en belastingen die deze derde moet afdragen. Daarom is het van belang maatregelen te nemen om deze zogenaamde inlenersaansprakelijkheid te voorkomen, zo bleek onlangs nog voor de rechtbank in Arnhem.
Wat is inlenen?
U bent inlener als u een personeelslid van een ander inhuurt. Daarbij is van belang dat u de leiding heeft over de betreffende werknemer en ook toezicht houdt. Doet u dit niet, dan is er geen sprake van inlening, maar van aanneming van werk en dus ook niet van inlenersaansprakelijkheid.
Waarvoor aansprakelijk?
Als inlener kunt u in beginsel aansprakelijk gesteld worden als de uitlener de verschuldigde belastingen en premies niet afdraagt. Het betreft loonbelasting, premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen, premies Zorgverzekeringswet en de btw die de uitlener moet afdragen voor het personeel dat de werkzaamheden voor de inlener verricht.
Risico beperken
U kunt het risico van aansprakelijkheid beperken door de uitlener te vragen naar een verklaring betalingsgedrag, door zelf een goede administratie bij te houden en door de verschuldigde belastingen en premies te storten op een geblokkeerde rekening (G-rekening).
Disculpatiemogelijkheid
Als u kunt aantonen dat het niet afdragen van belastingen en premies door de uitlener niet uw schuld is, kan uw aansprakelijkheid beperkt worden of vervallen. De bewijslast hiervoor ligt bij u. De inlener in bovenstaande zaak beriep zich op deze zogenaamde disculpatiemogelijkheid, maar tevergeefs. Uit de feiten bleek namelijk onder meer dat de inlener niet had geïnformeerd naar een G-rekening en evenmin om een verklaring inzake betalingsgedrag had gevraagd, terwijl hij zich wel van de risico’s bewust was. De aansprakelijkheid voor zo’n € 150.000 bleef dan ook in stand.
Let op!
Leent u in van een uitlener die is opgenomen in het register van de Stichting Normering Arbeid, dan bent u gevrijwaard voor het volledige bedrag van de aansprakelijkheid als u aan een aantal voorwaarden voldoet.
Heeft u als particulier in 2020 zonnepanelen aangeschaft en de btw nog niet teruggevraagd? Dan moet u vóór 1 juli 2021 in actie komen. Doet u dat niet, dan loopt u het risico de btw niet meer terug te krijgen van de Belastingdienst.
Elke particulier met zonnepanelen die energie terug levert aan het energiebedrijf is btw-ondernemer. Om die reden kan die particulier ook de btw over de zonnepanelen terugvragen. Kocht u in 2020 zonnepanelen? Meld dit dan vóór 1 juli 2021 bij de Belastingdienst.
Aanmelden
Aanmelden doet u via het formulier opgaaf zonnepaneelhouders. Dat moet nu nog op papier, maar onlangs is aangekondigd dat dit waarschijnlijk vanaf juni 2021 ook digitaal kan.
Let op!
Meld u aan vóór 1 juli 2021. Doet u dit daarna, dan kunt u de Belastingdienst alleen nog ambtshalve verzoeken om btw-teruggaaf. Het nadeel hiervan is dat u dan tegen de beslissing van de Belastingdienst geen bezwaar of beroep kunt indienen.
Btw-aangifte
Na indiening van het formulier zal de Belastingdienst een btw-aangifte uitreiken. De btw over de zonnepanelen kan via deze btw-aangifte worden teruggevraagd.
Let op!
Een btw-teruggaaf is alleen mogelijk als de factuur én het contract met het energiebedrijf op naam staan van degene die verzoekt om de btw-teruggaaf.
Wel of geen btw-teruggaaf
Vaak wordt gedacht dat na aanschaf van zonnepanelen, de btw-teruggaaf een zekerheid is. De werkelijkheid wijst helaas anders uit. Zo kunt u bijvoorbeeld voor geïntegreerde zonnepanelen minder btw terugvragen en loopt u bij een hoger bedrag aan zonnepanelen het risico dat u een deel van de btw weer terug moet betalen. En kocht u eerder zonnepanelen, bijvoorbeeld op een andere woning, dan loopt u het risico dat u de btw in het geheel niet kunt terugvragen als u niet vóóraf actie onderneemt. Ook de btw-teruggaaf van een ondernemer die als particulier op zijn woning zonnepanelen plaatst, is complexer dan vaak gedacht.
Tip!
Overleg daarom vóórdat u zonnepanelen aanschaft met ons welke complicaties in uw situatie van toepassing kunnen zijn. Daarmee voorkomt u dat u voor onaangename verrassingen komt te staan.
Ouders die na een echtscheiding de zorg voor een of meer kinderen jonger dan 12 jaar verdelen en daarnaast werken, kunnen beiden recht hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Er wordt dan al snel gesproken over co-ouderschap. De zorg voor het kind of de kinderen moet dan min of meer gelijkelijk tussen beide ouders worden verdeeld. Als dat onvoldoende gebeurt, is er in fiscale zin geen sprake van co-ouderschap en mist een van beide ouders mogelijk de IACK.
IACK
De IACK bedraagt dit jaar 11,45% van uw arbeidsinkomen boven € 5.153, met een maximum van € 2.815. U moet wel ten minste € 5.153 verdienen.
Voorwaarden IACK
Wanneer bent u co-ouder?
U bent in 2021 co-ouder als het kind in een herhalend ritme in totaal minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder is. Ook dagdelen tellen hier mee. Dit komt bijvoorbeeld neer op drie dagen per week.
Verdeling zorg
Over de verdeling van de zorg is nogal wat te doen geweest, met verschillende rechterlijke uitspraken. Zo gold tot voor kort nog dat het kind minstens drie dagen per week bij een ouder moest verblijven om aan de voorwaarden te voldoen. Die eis is nu versoepeld doordat het aantal dagen op jaarbasis wordt beoordeeld, mits er sprake is van een zekere regelmaat.
Niet alleen overdag
Eerder kwam een zaak voor de Hoge Raad waarin opnieuw de verdeling van de zorgplicht tussen ouders aan de orde kwam. De ouders in deze zaak hadden een kind van 1 jaar dat een aantal dagen per week van ’s ochtends 7.30 uur tot ’s avonds 19.30 uur bij de moeder verbleef. Deze merkte dit verblijf aan als één dag, maar de Hoge Raad ging hier niet in mee. De Hoge Raad besliste dat één dag moet worden opgevat als 24 uur. Omdat momenteel de eis gesteld wordt dat een kind minstens 156 dagen per jaar bij een ouder verblijft, is het arrest ook nu nog van belang.
Dagdeel
Op de site van de Belastingdienst wordt aangegeven dat ook dagdelen bij elkaar worden opgeteld voor de berekening van de 156 dagen.
Tip!
Wilt u op zeker spelen, spreek dan een schema af waarbij u uw kind(eren) per jaar ten minste 156 hele dagen van 24 uur verzorgt, in een herhalend ritme.
Tip!
Heeft u twee of meer jonge kinderen met uw ex-partner? Door bij ieder (minstens) één kind in te schrijven, voldoet u beiden automatisch aan de voorwaarden zolang het betreffende kind jonger is dan 12 jaar. U hoeft dan niet te voldoen aan de ingewikkelde regels van co-ouderschap.
Ook de bezwaren tegen de box 3-heffing in de inkomstenbelasting 2020 zijn weer aangewezen als massaal bezwaar. Eerder gebeurde dit al voor eerdere jaren. Wilt u aansluiten bij de massaalbezwaarprocedure, dan moet u tijdig bezwaar maken. De vraag is uiteraard wat de kansen zijn in deze procedures. De kans dat de Hoge Raad voor de jaren 2017, 2018, 2019 en 2020 wel overgaat tot vermindering van de box 3-heffing, waar dat voor de jaren 2013 en 2014 niet gebeurd is, wordt niet zo groot geacht. Daar staat echter tegenover dat het deelnemen aan de massaalbezwaarprocedure relatief eenvoudig is.
Tip!
Maakte u in de jaren 2017, 2018 of 2019 al bezwaar tegen box 3? Dan geldt dat niet automatisch voor 2020. U moet dus voor dit jaar opnieuw bezwaar maken.
Coronavaccins en -testkits mogen zonder btw geleverd worden. Dat geldt ook voor onder meer goedgekeurde zelftestkits. Ook het vaccineren met deze vaccins en het afnemen van de tests kan gedurende die periode gebeuren zonder btw. Normaal moet hierover btw berekend worden, maar in sommige gevallen geldt de medische btw-vrijstelling. Als normaal btw berekend moet worden, kan de leverancier of toediener van de vaccins en tests gewoon zijn btw blijven aftrekken. Geldt normaal de btw-vrijstelling, dan mag de btw niet afgetrokken worden.
Let op!
Alleen voor de levering van vaccins en testkits die een bepaalde goedkeuring hebben meegekregen, geldt het 0% btw-tarief.