Let op!
Wij willen voldoen aan de wens om actueel te zijn. Het overzicht in deze MKB-Nieuwsbrief is geschreven met de kennis tot en met maandag 14 november 2022, 20:00 uur.
De Tweede Kamer heeft ingestemd met de belastingplannen 2023. Tegelijkertijd werd nog een aantal wijzigingen op deze plannen aangenomen en werd het kabinet verzocht een aantal zaken te onderzoeken. Wat staat u op hoofdlijnen als ondernemer en/of werkgever vanaf 2023 te wachten?
Ondernemers
Let op!
Tijdens de stemming over de belastingplannen in de Tweede Kamer zijn verschillende moties aangenomen. Hierin wordt het kabinet onder meer verzocht om te onderzoeken of er fiscale belemmeringen zijn bij stoppersregelingen voor agrariërs en om in de evaluatie van de BOR ook de aanpak van constructies als baby-bv’s te betrekken.
Werkgevers
Let op!
Tijdens de stemming over de belastingplannen in de Tweede Kamer zijn verschillende moties aangenomen. Hierin wordt het kabinet onder meer verzocht om de afschaffing van de buitenlandse partiële belastingplicht binnen de 30%-regeling en de mogelijkheid om belastingvrij een ov-abonnement te verstrekken, te onderzoeken.
Let op!
Deze plannen moeten nog wel door de Eerste Kamer worden goedgekeurd (december 2022).
De Tweede Kamer heeft ingestemd met de belastingplannen voor 2023. Op een aantal onderdelen uit deze plannen zijn wijzigingen aangebracht en een aantal zaken moet nog door het kabinet nader worden onderzocht. Wat staat u als particulier te wachten en wat zijn de plannen voor box 3? De hoofdlijnen.
Particulieren
Tip!
Bij de aanname van het belastingpakket door de Tweede Kamer is onder meer besloten om het belastingregime voor laadpalen met twee jaar te verlengen, het algemene tarief van de kansspelbelasting verder te verhogen met 0,2% tot 29,5% en de voorgestelde tariefverhoging van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken per 1 januari 2023 te schrappen.
Let op!
Tijdens de stemming over de belastingplannen in de Tweede Kamer zijn verschillende moties aangenomen waarin het kabinet onder meer wordt verzocht om te onderzoeken of de inkomstenbelasting transparanter kan worden, bijvoorbeeld door de afbouw van heffingskortingen in de nominale belastingtarieven te verwerken. Ook is een motie aangenomen om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de fiscale faciliteiten voor anbi’s ook toe te passen voor verenigingen.
Box 3
Let op!
Tijdens de stemming over de belastingplannen in de Tweede Kamer zijn verschillende moties met betrekking tot box 3 aangenomen. Hierin wordt het kabinet onder meer verzocht om te onderzoeken of de belastingheffing in de categorie ‘overige bezittingen’ meer realistisch of verfijnd vormgegeven kan worden. Verder wordt het kabinet verzocht om te onderzoeken hoe een miljonairsbelasting, bijvoorbeeld door een vermogensbelasting van 1% op het box 3-vermogen, vormgegeven kan worden.
Let op!
Deze plannen moeten nog wel door de Eerste Kamer worden goedgekeurd (december 2022).
Belastingplichtigen die voor de jaren 2017 tot en met 2020 geen bezwaar hadden gemaakt tegen box 3, hoeven geen actie meer te ondernemen. Het kabinet heeft besloten de vraag of zij recht hebben op rechtsherstel opnieuw voor te leggen aan de Hoge Raad en de uitspraak in die zaak voor iedere belastingplichtige toe te passen.
Heffing box 3 in strijd met het EVRM
De Hoge Raad heeft eind vorig jaar geoordeeld dat de wijze van belastingheffing in box 3 in strijd is met het Eerste Protocol bij het EVRM als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. De Hoge Raad stelde dat het voordeel uit sparen en beleggen in deze zaak moest worden bepaald op het werkelijk behaalde rendement. Het oordeel van de Hoge Raad betekent dat de Belastingdienst rechtsherstel moet bieden. Naar aanleiding van deze uitspraak wordt voor de heffing in box 3 thans dan ook uitgegaan van de werkelijke samenstelling van het vermogen en een hierop gebaseerd forfaitair rendement.
Rechtsherstel
Voor degenen die op tijd bezwaar hadden gemaakt, heeft het kabinet inmiddels rechtsherstel geboden. Voor degenen die niet (op tijd) in bezwaar kwamen, heeft het kabinet aangegeven geen rechtsherstel te bieden. Dit leidde tot tal van individuele verzoeken om ambtshalve alsnog rechtsherstel te krijgen. Daarnaast werden nog veel van dit soort verzoeken verwacht. Om enorme problemen in de uitvoering te voorkomen, heeft het kabinet nu toegezegd proefprocedures te starten waarbij de uitkomst voor iedere belastingplichtige gaat gelden. Het is dus niet nodig om zelf nog in actie te komen.
Eerdere uitspraak Hoge Raad
De verzoeken om ambtshalve vermindering komen in feite allemaal neer op verzoeken om ambtshalve rechtsherstel. Eerder oordeelde de Hoge Raad echter al dat dergelijke verzoeken niet gehonoreerd hoeven te worden.
Diverse belangen- en koepelorganisaties zijn echter van mening dat hier nieuwe argumenten tegen zijn in te brengen die nog niet aan de Hoge Raad zijn voorgelegd. Om een verdere stroom aan verzoeken om ambtshalve vermindering te voorkomen, is daarom besloten een aantal van deze zaken in zogenaamde proefprocedures voor te leggen aan de Hoge Raad.
Nieuwe massaalbezwaarplusprocedure
Een massaalbezwaarprocedure met betrekking tot verzoeken om ambtshalve vermindering bestaat op dit moment nog niet. Daarom is in het belastingpakket voor 2023 een wetswijziging opgenomen waarmee een nieuwe procedure wordt ingericht: de massaalbezwaarplusprocedure. Nadat deze wetswijziging per 1 januari 2023 in werking is getreden, zal het kabinet begin 2023 de procedure rondom de vraag of de niet-bezwaarmakers toch recht hebben op rechtsherstel, aanwijzen als massaalbezwaarplusprocedure. Het kabinet spreekt de komende tijd al verder met de belangenorganisaties over de zaken die worden voorgelegd aan de Hoge Raad.
Let op!
Het kabinet heeft toegezegd dat de uitspraak die de Hoge Raad doet op de voorgelegde zaken, straks voor iedere belastingplichtige geldt.
De voorwaarden voor de regeling Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) worden versoepeld. De energiekosten van een bedrijf moeten ten minste 7% van de omzet uitmaken in plaats van de eerder vastgestelde 12,5%. Ook is er een streep gezet door de verbruiksdrempel. Hierdoor komen meer mkb-bedrijven in aanmerking voor de TEK.
Aanpassing vanwege energiebelasting
De aanpassing van het percentage energie-intensiviteit heeft te maken met de energiebelasting. Het kabinet acht het bij nader inzien niet terecht om de energiebelasting een variabel in plaats van een vast onderdeel te laten zijn van de berekening waarmee de energie-intensiviteit in de TEK wordt bepaald.
Geen verbruiksdrempel meer
Een andere voorwaarde voor de TEK was dat een ondernemer jaarlijks meer dan 5.000 m³ gas of 50.000 kWh elektriciteit moest verbruiken om in aanmerking te komen voor de TEK. Ook deze voorwaarde is geschrapt.
Voorwaarden TEK
De TEK is alleen bedoeld voor energie-intensieve mkb-bedrijven. Om voor de TEK in aanmerking te komen, moet een bedrijf dan ook voldoen aan een aantal eisen. Een mkb-bedrijf:
Omvang tegemoetkoming
Energie-intensieve mkb’ers krijgen een compensatie van 50% van de energiekostenstijging boven een vastgestelde drempelprijs tot een maximum van € 160.000. De drempelprijs is vastgesteld op € 1,19 per kuub gas en € 0,35 per kilowattuur elektriciteit.
Let op!
Het maximum van € 160.000 geldt per onderneming en niet per energiecontract of vestiging. Heeft uw onderneming dus meerdere vestigingen, dan kunt u niet maximaal € 160.000 per vestiging ontvangen.
Uitvoering door de RVO
De uitvoering van de TEK komt in handen van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO). Op de site van de RVO is ook een ‘houd me op de hoogte-pagina’ opengesteld, waarbij mkb’ers na aanmelding informatie krijgen over de inrichting en openstelling van de TEK.
Let op!
De TEK zou mogelijk pas in het 2e kwartaal 2023 opengesteld worden. Na gesprekken in de Tweede Kamer lijkt het erop dat de TEK echter hoogstwaarschijnlijk per 1 januari 2023 wordt opengesteld. De regeling gaat dan met terugwerkende kracht gelden voor de periode november 2022 tot en met december 2023. Voor ondernemers die nu al problemen ervaren, zal het verlenen van uitstel van betaling van belasting een mogelijke oplossing kunnen bieden. Ook zijn banken bereid gevonden in die gevallen eerder krediet te verlenen.
Voor contracten voor bepaalde tijd met een looptijd van zes maanden of langer geldt een aanzegplicht. U moet als werkgever uiterlijk een maand voordat een dergelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, de werknemer schriftelijk informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Bij een voortzetting informeert u ook over de voorwaarden waaronder de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet. In bepaalde gevallen geldt de aanzegplicht niet. Bijvoorbeeld bij een arbeidsovereenkomst voor de duur van een project of met een uitzendbeding of bij een tweede of derde overeenkomst die korter dan zes maanden duurt. Zegt u (schriftelijk) niet aan wanneer dit wel moet, dan moet u de werknemer een aanzegvergoeding betalen ter grootte van een kaal bruto maandsalaris. Dit kan ook een pro rato deel zijn als de aanzegging te laat plaatsvindt.
Betaalt u de lage WW-premie voor een werknemer met een vast contract, dan moet u dit herzien als het dienstverband uiterlijk twee maanden na aanvang van het dienstverband alweer eindigt. U betaalt dan alsnog met terugwerkende kracht de hoge WW-premie. Het maakt daarbij niet uit of nog sprake is van een proeftijd of wie het initiatief tot beëindiging neemt. Ook bij overlijden van de werknemer binnen twee maanden na aanvang van het dienstverband moet alsnog met terugwerkende kracht de hoge WW-premie betaald worden. Is sprake van overgang van een onderneming of een contractovername waarbij het contract ongewijzigd blijft? Dan vangt de tweemaandentermijn aan op de oorspronkelijk startdatum van het dienstverband bij de oude werkgever.