Let op!
Wij willen voldoen aan de wens om actueel te zijn. Het overzicht in deze MKB-Nieuwsbrief is geschreven met de kennis tot en met maandag 17 oktober 2022, 20:00 uur.
Het kabinet heeft de voorwaarden rond de Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb (TEK) bekendgemaakt. Via de TEK worden energie-intensieve mkb-bedrijven financieel ondersteund vanwege de huidige hoge energieprijzen. De TEK gaat gelden vanaf 1 november 2022, maar kan waarschijnlijk pas in het tweede kwartaal van 2023 worden opengesteld.
Voorwaarden energieverbruik
Omdat de TEK alleen bedoeld is voor energie-intensieve mkb-bedrijven, moeten de energiekosten van een bedrijf minstens 12,5% van de omzet bedragen. Ook moet het jaarlijks verbruik minstens 5.000 kuub gas of 50.000 kWh elektriciteit zijn. Om voor de TEK in aanmerking te kunnen komen, mag een bedrijf verder minder dan 250 werknemers in dienst hebben en een jaaromzet hebben van minder dan € 50 miljoen.
Let op!
Uw bedrijf moet ingeschreven staan bij het Handelsregister en voldoen aan de Europese mkb-definitie. Om te beoordelen of uw bedrijf hieraan voldoet, kunt u de mkb-toets gebruiken.
Hoeveel compensatie?
Bedrijven die voor de TEK in aanmerking komen, krijgen 50% van de energiekosten vergoed boven een vastgestelde drempelprijs. Die drempelprijs bedraagt voor gas € 1,19 per kuub en voor elektriciteit € 0,35 per kWh exclusief btw. De maximale prijscompensatie bedraagt € 1 per kuub gas en € 0,30 per kWh elektriciteit. De totale compensatie bedraagt maximaal € 160.000. Voor landbouwbedrijven, zoals tuinders, geldt een maximum van € 62.000.
Let op!
Het maximum van € 160.000 geldt per onderneming en niet per energiecontract of vestiging. Heeft u onderneming dus meerdere vestigingen, dan kunt u niet maximaal € 160.000 per vestiging ontvangen.
Uitvoering via RVO
De uitvoering van de TEK komt in handen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De regeling kan waarschijnlijk pas in het tweede kwartaal van 2023 worden opengesteld omdat de regeling moet voldoen aan Europese staatssteunregels. Daarom is eerst een goedkeuring door de Europese Commissie nodig. Totdat de TEK is opengesteld, zal coulant worden omgegaan met ondernemers die een verzoek tot uitstel van betaling van belastingen bij de Belastingdienst indienen. Ook is afgesproken dat tot die tijd banken sneller en soepeler om zullen gaan met aanvragen voor liquiditeiten.
Let op!
De TEK gaat, na openstelling van de regeling, met terugwerkende kracht gelden voor de periode 1 november 2022 tot en met 31 december 2023.
Naast energieplafond
De TEK is specifiek bedoeld voor energie-intensieve mkb-bedrijven. De regeling komt dan ook naast het ingestelde energieplafond waarvan vooral huishoudens, zzp’ers en kleine ondernemingen zullen profiteren.
De eenmalige belastingvrije schenking voor onder andere de aankoop van een woning, ook bekend als de ‘jubelton’, wordt afgeschaft. Dit voornemen van het kabinet was al in het coalitieakkoord bekendgemaakt en is op Prinsjesdag opgenomen in het Belastingplan 2023.
Een lager bedrag in 2023
De jubelton bedraagt nu nog € 106.671, maar wordt in 2023 beperkt tot een bedrag van € 28.947. Per 2024 verdwijnt de jubelton helemaal.
Jubelton
Ouders kunnen bijvoorbeeld aan hun kinderen via de jubelton in 2022 nog deze belastingvrije schenking doen. Deze vrijstelling geldt echter ook voor derden. U kunt deze schenking dus aan een willekeurig persoon doen. Er zijn echter wel voorwaarden. De jubelton dient gebruikt te worden om:
Tip!
Wilt u nog optimaal profiteren van de fiscale vrijstelling voor een schenking voor de eigen woning, doe dit dan vóór 1 januari 2023.
Vrijstelling schenking ouders aan kinderen
De vrijstelling wordt in 2023 verminderd tot € 28.947. Dit is het bedrag dat ouders hun kinderen tussen 18 en 40 jaar in 2023 eenmalig sowieso kunnen schenken, ongeacht het doel waarvoor de kinderen de schenking gebruiken. Deze vrijstelling ten behoeve van de eigen woning is in 2023 dus eigenlijk alleen voor schenkingen aan derden nog relevant. Pas in 2024 wordt de vrijstelling helemaal afgeschaft. De eenmalige vrijstelling voor kinderen tussen 18 en 40 jaar blijft dan wel gehandhaafd.
Spreiding schenking
De schenking kan in de huidige regeling ook worden gespreid over een periode van drie jaar. Een in het eerste jaar onbenut deel van de vrijstelling kon dan in de twee opeenvolgende jaren alsnog worden benut. De schenkingen konden dan bijvoorbeeld worden gebruikt om een hypotheek over een periode van drie jaar af te lossen, zonder dat te veel boeterente aan de bank betaald hoefde te worden. Voorgesteld wordt dat als in 2022 voor het eerst wordt geschonken, het restant van de vrijstelling alleen nog in 2023 kan worden geschonken en niet meer in 2024. Wanneer in 2023 wordt geschonken, kan de schenking niet meer gespreid worden.
Tip!
Bij een eerste schenking in 2021 kan het onbenutte deel van de vrijstelling nog wel gebruikt worden voor schenkingen tot en met 2023.
Spreiding besteden schenking
Een voorwaarde voor de jubelton is dat de schenking voor de eigen woning wordt gebruikt. In de huidige regeling heeft de ontvanger van de schenking drie jaar om de schenking op de voorgeschreven wijze te besteden. Deze regeling blijft gehandhaafd voor schenkingen in 2022.
Als u dus in 2022 een schenking ontvangt, kunt u deze nog tot uiterlijk 2024 besteden aan de eigen woning. Ontvangt u in 2023, als de maximale vrijstelling € 28.947 bedraagt, een schenking, dan kunt u deze tot uiterlijk 2025 besteden aan de eigen woning.
Let op!
Deze plannen moeten nog wel door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd en zijn dus nog niet definitief.
De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel ‘Excessief lenen bij eigen vennootschap’, ook wel de dga-taks genoemd, aangenomen. Dit wetsvoorstel wil bij leningen van meer dan € 700.000 bij de eigen bv, het bedrag boven die € 700.000 belasten in box 2.
Ontmoedigen lenen bij eigen bv
Met het wetsvoorstel ‘Excessief lenen bij eigen vennootschap’ wil het kabinet het lenen bij de eigen bv vanaf 2023 ontmoedigen. In het wetsvoorstel is daartoe opgenomen dat de dga bij leningen boven € 700.000 over het meerdere belasting moet betalen in box 2 (tarief in 2022 is 26,9%).
Eerste afrekenmoment 31 december 2023
Als het wetsvoorstel ook door de Eerste Kamer wordt aangenomen, is het eerste afrekenmoment 31 december 2023. Komt u boven de drempel van € 700.000, dan zijn er wellicht mogelijkheden om uw schulden beneden de drempel te brengen voor 31 december 2023.
Let op!
Naast uw schulden aan uw bv tellen ook de mogelijke schulden van uw fiscale partner aan uw bv mee. Houd er rekening mee dat ook de schulden aan uw bv van uw (achter(klein))kinderen en (over(groot))ouders die geen aandelen in de bv bezitten voor uw drempel (deels) meetellen.
Lening eigen woning telt niet mee!
Een lening ten behoeve van een financiering van de eigen woning telt overigens niet mee voor de berekening van uw schulden. Dergelijke leningen blijven dus mogelijk zonder heffing, naast leningen tot de drempel van € 700.000. Voorwaarden zijn dat de lening is aan te merken als eigenwoningschuld én dat een recht op hypotheek aan de bv is verstrekt.
Tip!
De voorwaarde dat een recht van hypotheek is verstrekt, geldt niet voor leningen die als eigenwoningschuld zijn aan te merken en op 31 december 2022 al bestaan.
Let op!
De Eerste Kamer moet nog met dit wetsvoorstel instemmen.
Vanaf 1 oktober 2022 moeten bedrijven starten met het aflossen van hun opgebouwde belastingschuld in verband met corona. Besloten was dat, onder voorwaarden, een betaalpauze van drie maanden kan worden ingelast. Deze betaalpauze is onlangs verlengd naar zes maanden.
Aflossen
Het aflossen van de belastingschuld moet in beginsel plaatsvinden vanaf 1 oktober 2022 in zestig maandelijkse, gelijke termijnen. Dat betekent dat de schuld in vijf jaar moet zijn afgelost.
Tip!
Voor sommige bedrijven staat de Belastingdienst, onder voorwaarden, een termijn van zeven jaar toe.
Versoepelingen
Op verzoek is het, onder voorwaarden, ook mogelijk om de schuld per kwartaal af te lossen. Daarnaast kan de ondernemer eenmalig schriftelijk verzoeken om een betaalpauze. Deze betaalpauze bedroeg in eerste instantie maximaal drie maanden, maar is onlangs verlengd naar maximaal zes maanden.
Voorwaarden betaalpauze zes maanden
Voorwaarden voor de betaalpauze van maximaal zes maanden is dat uit het schriftelijke verzoek blijkt waaruit de aflossingsproblemen bestaan. Daarnaast moeten vanaf 1 april 2022 alle reguliere belastingschulden op tijd zijn voldaan.
Let op!
De termijn waarbinnen moet zijn afgelost, wordt door de betaalpauze niet verlengd. Dit betekent dat na de betaalpauze de maand- of kwartaalbedragen verhoogd worden.
Ook versoepeling bij saneringsakkoorden
Vanaf 1 augustus 2022 tot en met 1 oktober 2023 neemt de Belastingdienst ook in saneringsakkoorden een soepelere houding in. Waar de Belastingdienst normaal het dubbele uitkeringspercentage ten opzichte van de overige schuldeisers wil hebben, neemt de Belastingdienst tot 1 oktober 2023 genoegen met hetzelfde uitkeringspercentage. Hiermee wil de Belastingdienst in de kern gezonde ondernemingen met schulden extra ondersteunen in de nasleep van de coronacrisis.
Let op!
De Belastingdienst stemt alleen onder voorwaarden in met een saneringsakkoord. Een van die voorwaarden is dat de ondernemer die om sanering verzoekt, zijn onderneming voortzet.
Om ondernemers met tijdelijke betalingsproblemen meer te ondersteunen, versoepelt de Belastingdienst het beleid voor uitstel van betaling vanaf 1 oktober 2022 op een aantal punten. Zo kan de Belastingdienst vanaf die datum bij betalingsproblemen ook uitstel van betaling geven zonder dat de ondernemer zekerheid hoeft te geven. Een andere versoepeling is dat een ondernemer verder uitstel van betaling kan krijgen na een kort uitstel van betaling. Verder is bij een verzoek om langer dan twaalf maanden uitstel van betaling geen verklaring van een externe deskundige meer nodig bij een belastingschuld onder de € 20.000. Tot slot blijft de termijn van een betalingsregeling van twaalf maanden definitief aanvangen op de datum waarop de Belastingdienst de betalingsregeling bij beschikking toestaat en blijft het mogelijk om uitstel van betaling te vragen voor de motorrijtuigenbelasting.
Op Prinsjesdag werd al bekend dat de vrije ruimte in de werkkostenregeling volgend jaar zou stijgen naar 1,92% over een fiscale loonsom van € 400.000. Deze wordt voor 2023 nog verder verhoogd naar 3%. Deze verhoging naar 3% geeft u de mogelijkheid om in 2023 maximaal € 5.200 extra onbelast te vergoeden. Deze maximale onbelaste vergoedingsmogelijkheid wordt bereikt vanaf een fiscale loonsom van € 400.000. Let op: de verhoging naar 3% geldt alleen voor 2023. Vanaf 2024 vervalt de verhoging naar 3% weer, maar blijft de vrije ruimte over de fiscale loonsom tot en met € 400.000 wel gehandhaafd op de eerder vastgestelde 1,92%.